Zoals familie en vrienden wel weten, is muziek een rode draad in mijn leven. Na jarenlang gezongen te hebben bij verschillende bands, speel ik ook graag piano en heb ik ooit de basis van het drummen geleerd — al zou ik het nu eerder “roestige technieken” noemen. Muziek zit in alles wat ik doe: mijn handen en vingers bewegen bijna automatisch mee, alsof ik onbewust meespeel. Best onhandig soms, maar ik kan het niet tegenhouden.
Geef me één fractie van een nummer en ik herken het meteen — vaak weet ik ook wie het drumt of gecomponeerd heeft. Het is een eigenaardigheid die ik niet alleen bij muziek heb. Mijn zus herinnert zich bijvoorbeeld hoe ik ooit de vijftig staten van Amerika en alle hoofdsteden ter wereld uit mijn hoofd leerde, om haar daarna uitgebreid te overhoren. Maar goed… terug naar de muziek.

Geschreven door: Jill in juni 2025
De klanken van mijn jeugd
Muzikaliteit zit deels in je, maar kun je ook ontwikkelen. Bij mij begon het al vroeg. De piano bij ons thuis was een constante inspiratiebron, net als de uiteenlopende muzieksmaken van mijn vader en moeder. Mijn allereerste muzikale herinnering is dat ik, nog maar drie jaar oud, in de tuin stond te dansen op Born in the USA van Bruce Springsteen. Niet lang daarna ontdekte ik de piano. Op vierjarige leeftijd speelde ik op gehoor Bright Eyes van Simon & Garfunkel, simpelweg omdat ik het zo’n prachtig liedje vond toen ik het op de radio hoorde. Pas later leerde ik dat Art Garfunkel het schreef voor de animatiefilm Watership Down.
Veel puzzelstukjes vielen op hun plek toen ik ouder werd. Ik besefte dat ik als kind vaak melodieën uit films en series in mijn hoofd had die niemand van mijn klasgenoten kende. Dat kwam door mijn oma, die Engels was en nauwelijks Nederlandse televisie keek. Omdat ik vaak bij haar was, keek ik mee naar Engelse series en films. Zonder het te beseffen, nam ik zo een schat aan muziek in mij op — muziek die mijn gevoel voor klank en melodie voorgoed heeft gevormd.
Toen mijn Peugeot veranderde in een platenzaak
Mijn vader was denk ik de eerste die in de rij stond toen de allereerste cd-speler in de winkel lag. Voor de jongere generatie: dat was zo’n futuristisch apparaat waar je een zilverkleurige ronde schijf in stopte. Op die schijf stonden dan zo’n 8 tot 20 nummers van één artiest – geen shuffle, geen Spotify, gewoon ouderwets klikken op ‘next’. Je kon ‘m op repeat zetten, en als je pech had (of er per ongeluk mee had gefrisbeet) bleef hij eeuwig hangen op I Will Always Love You van Whitney Houston. Romantisch, tot het irritant werd.
Tegen het einde van de jaren ’90 was mijn cd-collectie compleet uit de hand gelopen. Van Golden Earring, Dire Straits en U2 tot Fleetwood Mac, en in mijn zoektocht naar wie ik nou eigenlijk was en waar ik bij wilde horen, ging ik moeiteloos van Turn Up the Bass en Thunderdome naar Boyz II Men, En Vogue en TLC.
Toen ik op mijn 18e mijn rijbewijs haalde, verhuisde een groot deel van die collectie mee naar mijn eerste auto: een Peugeot 106. Toen die tijdens een ongeluk compleet werd afgeschreven, mocht ik van de takelwagenmeneer al mijn bezittingen eruit halen. Zonder te overdrijven: zo’n 200 cd’s. Het leek wel alsof de hele Free Record Shop ontploft was, daar op de vluchtstrook van de A12. Dozen, losse hoesjes, stapels schijfjes… Whitney Houston lag naast 2 Unlimited, Bon Jovi rolde richting de berm, en ergens in de verte zag ik Private Dancer van Tina Turner gevaarlijk dicht bij het voorbijrazende verkeer balanceren.
Muzikale schizofrenie
Mijn vriendinnen en ik kwamen muzikaal gezien duidelijk van een andere planeet. Tijdens stapavonden ging ik heus wel los op de housebeats die eind jaren ’90 overal knalden, maar in de auto ernaartoe had ik steevast Spandau Ballet, The Cure of Simple Minds op staan. Mijn vriendinnen zakten daarbij half in slaap, terwijl ik hen wanhopig probeerde uit te leggen hoe geniaal die gitaarsolo aan het einde van Purple Rain is. Zij vonden het vooral “saai en depri” en vroegen of ik “iets gezelligers” kon opzetten.
Geen probleem: Smack My Bitch Up van The Prodigy dan maar – want hoe heerlijk is dat moment dat de bass erin knalt? Maar nee, dat was óók niet wat ze bedoelden. Gelukkig was DJ Paul Elstak altijd een veilige middenweg.
Thuis op mijn zolderkamer draaide ik de volumeknop richting tinnitus en wisselde ik The Police, Bruce Springsteen en Tears for Fears af met The Beach Boys, The Carpenters, Engelbert Humperdinck, Astrud Gilberto, Santana, Jefferson Airplane en The Rosenberg Trio. Smaken die ik grotendeels van mijn ouders erfde: mijn vader met zijn passie voor jazz- en gipsymuziek, en ik met het beeld van een knetterende open haard en Paco de Lucía op de achtergrond. En ja, daar luister ik nog steeds naar.
For Sephora
Sephora is voor mij een eerbetoon aan mijn vader. Binnenkort ga ik samen met hem en mijn zus naar een concert van de Gipsy Kings – muziek waar hij dol op is en die mij altijd aan mijn jeugd doet denken.
For Sephora is een nummer van The Rosenberg Trio dat Stochelo Rosenberg schreef voor zijn zusje, en het is mijn vaders favoriet. De naam Sephora komt uit het Hebreeuws (Tzipporah) en betekent ‘vogel’ of ‘kleine vogel’ – een mooi symbool voor vrijheid en lichtheid.
Juist daarom hebben we ons huis in Spanje zo genoemd. Het staat voor een plek waar je vrij kunt zijn, kunt genieten van de kleine dingen, en waar de muziek van Jeroen of van mij – net als de vogels in de tuin – altijd op de achtergrond aanwezig is.
Video: The Rosenberg Trio in 1992 tijdens een live optreden.